Teelt, snoei en verzorging van fruitbomen, druiven, kleinfruit, noten en bijzondere fruitsoorten. Bijzondere tomaten. Volgtip: www.fruitabc.be
zondag 31 januari 2010
Grootvruchtige mirabelpruim 'Bellamira'
Bellamira is een grootvruchtige mirabelpruim. De rijptijd is 7 tot 10 dagen voor deze van 'Nancy Mirabelle'.
Afhankelijk van de grondsoort is de rijptijd rond half augustus. Rijpe vruchten kunnen lang blijven hangen en worden dan nog zoeter.
Bellamira is zelfbestuivend en kan dus alleen geplant worden.
Het ras is opvallend weinig vatbaar voor monilia en pruimenroest.
De bomen zijn vanaf het tweede jaar regelmatig in productie. De bloemknoppen staan op eenjarig en op meerjarig hout, zodat de groei niet te sterk is.
Meer lezen over deze grootvruchtige mirabelpruim 'Bellamira'.
Behalve deze grootvruchtige mirabelpruim zijn er ook gewone mirabellen. Deze mirabellen zijn redelijk gemakkelijk te bekomen.
Meer lezen over gewone mirabelpruimen/ mirabellen/ kroosjespruimen.
Twee keer per maand fruitnieuwtjes ivm praktische werkzaamheden ontvangen? Schrijf je hier in voor de Fruit-ABC nieuwsbrief.
Pluot en aprium bijzondere pruimkruisingen.
Planten van bijzondere kruising van abrikoos en pruimen?
Pluot (Prunus x PLUOT) en Aprium (Prunus x APRIUM)
Prunus x pluot en Prunus x aprium zijn bijzondere fruitsoorten die je soms in de winkel kan vinden. Deze bijzondere fruitsoorten zijn ontwikkeld in Californië uit ingewikkelde kruisingen van Japanse pruimen en abrikozen.
De Pluots komt van nature nergens voor. Het is een ingewikkelde soortkruising uit de USA, bekomen door het kruisen van een Japanse pruimenras (Prunus salicina) met een abrikozenras (Prunus armeniaca).
De naam pluot is samengesteld van de Engelse namen voor pruim (plum) en abrikoos (apricot).
Meer lezen van pluot en aprium (kruising abrikoos x Japanse pruim).
zaterdag 30 januari 2010
Hazelaars vermeerderen.
Moerperceel of marcotteerperceel van hazelaars. Jonge scheuten zal men aanaarden, waardoor ze gaan wortels vormen.
Hazelaar (Corylus avellana) geënt op Corylus colurna (boomhazelaar of kurkhazelaar).
Vermeerdering door afleggen en door enten op de boomhazelaar die geen wildopslag geeft.De gewone hazelaar kan worden geënt op Corylus colurna (boomhazelaar of kurkhazelaar). De boomhazelaar geeft geen hinderlijke wildopslag, maar de hazelnootjes kunnen kleiner zijn.
Hazelaars zijn niet te vermeerderen door stekken. Ze kunnen wel vermeerderd worden door middel van afleggen of marcotteren. Hierbij worden soepele jonge takken in de grond gebogen en vastgemaakt, zodat ze kunnen wortelen.
Hazelaars die laag bij de grond afgesnoeid worden, kunnen aangeaard worden, zodat de nieuwe jonge scheuten allemaal wortelen. Door turf of potgrond bij de grond te voegen zal de beworteling verbeteren. Ook de peeronderstam Kwee A en Kwee Adams kan op dezelfde manier vermeerderd worden.
Meer lezen over planten vermeerderen door marcotteren of afleggen.
Meer lezen over het planten en verzorgen van noten, hazelnoten en hazelaars.
Wetenschappelijke of Latijnse namen van fruitsoorten leren en onthouden.
Hazelaars snoeien
Plantgoed van hazelaars - Corylus avellana
Winterzicht van hazelaarstruiken.
Mannelijke katjes (bloemen) van de hazelaar.
Hazelaars zijn heel gemakkelijke struiken. Ze passen vooral in grotere tuinen en zijn bruikbaar als breed en hoog uitgroeiende afsluiting.
Hazelaarstruiken zijn wortelecht te koop, maar je kan ook geënte hazelaars kopen.
Door meerdere hazelnotenrassen aan te planten zal de bestuiving en vruchtzetting verbeteren. Vanaf september kunnen de nootjes verzameld (opgeraapt) worden.
Bij de uitdunningssnoei kan u gebroken takken en schurende takken verwijderen.
Indien nodig kunnen hazelaars ook na enkele jaren tot tegen de grond afgezaagd worden. Dit gaat ten koste van de productie gedurende enkele jaren.
Meer lezen over het snoeien van hazelaars.
Meer lezen over de teelt en verzorging van hazelnoten en hazelaars (Corylus avellana).
vrijdag 29 januari 2010
Snoeien kweeperenboom of struik.
Kweepeer als leivorm.
De kweeboom / -struik verdraagt uitstekend snoei, hoewel die niet altijd noodzakelijk is. Het verwijderen van ouder hout (sleunen) en het daardoor verschaffen van licht en lucht is altijd nuttig. Laaghangende takken moet u tijdig verwijderen, evenals de grondscheuten (wildopslag).
De 3 à 4 gesteltakken moeten ongeveer horizontaal groeien.
Tijdstip snoei: Jaarlijks of om de 2 jaar van februari tot april (begin bloei) of tijdens de maanden november - december na de bladval.
Meer lezen over het snoeien en planten van kwee (Cydonia oblonga).
De kwee wordt meestal ook gebruikt als onderstam voor laagstam perenbomen. Wildopslag van perenbomen moet regelmatig volledig weggesnoeid worden.
Zeer uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en snoei van kwee kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". De snoei wordt er overzichtelijk uitgelegd aan de hand van tekeningen en foto's. Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
Japanse sierkwee snoeien.
Dwergkwee of Japanse sierkwee (Chaenomeles japonica, Chaenomeles species) is een meerstammige, sterk vertakte, grillige en doornige struik. Geschikt voor kleine en middelgrote sier-/fruit-tuinen.
De bloemen zijn meestal rood, soms ook oranje, roos of wit. De blaadjes van de bloemen zijn eetbaar.
Het is een zeer gemakkelijker plant voor de kleine fruittuin of siertuin. In het voorjaar is het een erg opvallende bloemheester. In het najaar kan je de kweeachtige vruchten bewonderen en plukken. De mooie, geurende dwergkweevruchten zijn rijk aan pectine, zuren en vitamines. 'Cido' geeft de grootste vruchten. De gele, geurende vruchten zijn zeer geschikt om te verwerken tot sap en lekkere jam (gelei).
Chaenomeles moet niet veel gesnoeid worden. Alleen het overtollige of oudere hout van Chaenomeles verwijderen en verkeerd staande takken eruit snoeien. Je zou dit ook vormsnoei kunnen noemen om de natuurlijke vorm van de struik te behouden.
De snoei bestaat voornamelijk uit een beetje uitdunnen/ sleunen. Wanneer ze jaren lang niet zijn gesnoeid, kunnen ze nog altijd sterk teruggesnoeid worden. Ze vormen dan opnieuw een mooie, verjongde heester.
Meer lezen over het snoeien van Japanse sierkwee/ dwergkwee (Chaenomeles).
donderdag 28 januari 2010
Winterstekken van trosbessen.
Tekening 1 = gewone stek; tekening 2 = hielstek
Men gebruikt hier meestal gewone stekken.
Een gewone stek is 25 cm lang en wordt onder en boven een knop afgeknipt.
De stekken worden juist boven en juist onder een oog afgeknipt. De steklengte is ca 25 cm.
Deze methode gebruikt men bij gemakkelijk wortelende gewassen. Soms zal men onderaan de stek een kleine, ondiepe verwonding aanbrengen door een pelletje schors van 2 cm lang te verwijderen.
Deze stekmethode geeft een heel goed resultaat bij Ribes nigrum (zwarte bes), Ribes rubrum (rode bes) en Ribes 'Josta' (Jostabes).
Meer lezen over planten vermeerderen door winterstekken of houtstekken (Trosbessen, aalbessen).
woensdag 27 januari 2010
Vruchtboomkanker verwijderen bij appelsnoei.
Vruchtboomkanker komt veel voor op appelbomen (Malus domestica).
Op natte gronden met een slechte structuur en in de nabijheid van oudere fruitaanplantingen komen meer aantastingen voor.
Gedurende het hele jaar worden sporen gevormd, ook tijdens de rustperiode.
Tijdens de wintersnoei zal men aantastingen wegknippen of uit snijden zodat verdere uitbreiding voorkomen wordt. Probeer na dit werk alle wonden in te smeren. Laat de weggesnoeide aantastingen niet in de omgeving liggen maar vernietig ze!
Er is een groot verschil in vatbaarheid tussen de verschillende appelrassen. Op kankergevoelige plaatsen kunnen best minder vatbare rassen of rassen op een tolerante tussenstam aangeplant worden. Tolerante tussenstammen zijn 'Golden Delicious' en 'Keuleman'.
Meer lezen over het behandelen van vruchtboomkanker bij appelbomen.
Behalve vruchtboomkanker kan er op appelbomen ook schurft en meeldauw voorkomen. Wollige bloedluis kan overwinteren op de wildopslag van de onderstam.
Meer lezen over plantenziekten en plagen op fruitbomen en fruitstruiken.
dinsdag 26 januari 2010
Oudere appelbomen snoeien.
Door jaarlijks uw appel- en perenbomen te snoeien hebt u jaarlijks vruchten van een goede kwaliteit. De gezondheid van de boom en vruchten is beter en de levensduur wordt langer.
Om fruitbomen juist te snoeien is het belangrijk van de meeste onderdelen te kunnen benoemen. Uitleg over het snoeien is gemakkelijker te begrijpen en toe te passen.
Snoei steeds weg: wildopslag van de onderstam, te laag staande takken, buikhout, verticaal groeiend rughout en concurrenten.
De stam en harttak moeten meestal enkelvoudig omhoog groeien.
Te ver groeiend vruchthout aan de gesteltakken of vruchttakken wordt meestal ingekort tot op korte takjes.
Bladknoppen zijn spits en smal. Bloemknoppen zijn dik (rond) en komen vooral aan kort vruchthout (Takjes van 1 tot 20 cm lang).
Meer lezen over het snoeien van oudere appelbomen.
Snoeien van appelbomen Jonagold
Te zware/ dikke vruchttakken wegsleunen (zaag). Vooral in de kop is dit belangrijk! Het licht moet de onderste takken kunnen bereiken.
De kop omzetten op een tweejarige tak (Bezet met gemengde knoppen). Hiermee remt men de kopgroei wat af.
Vruchttakken/ gesteltakken waar de eindtwijg/verlengenis minder dan 10 cm gegroeid heeft terugsnoeien tot op kortlot. Hierdoor wordt de groei in deze takken plaatselijk wat gestimuleerd.
Verlengenissen steeds enkel zetten (concurrenten weg of terugkomen tot op concurrent)
Gesteltakken open snoeien. De vitaliteit verbetert hierdoor.
Vruchthout regelmatig vervangen/ inkorten als het langer dan 30-40 cm is. Te lang vruchthout gaat afhangen en geeft te kleine en groene vruchten.
Meer lezen over het snoeien van Jonagold-appelbomen.
maandag 25 januari 2010
Winterstekken van kleinfruit en druiven.
Winterstekken is een methode van vermeerderen waarbij houtachtige stekken worden gesneden terwijl ze in rust zijn.
Houtachtige (bessen)struiken zijn van december tot februari gemakkelijk vermeerderen door winterstekken of twijgstekken.
Gebruik stevige eenjarige twijgen om er gewone stekken, lidstekken, hielstekken en krukstekken uit te knippen.
Het topgedeelte wordt niet gebruikt omdat dit te kruidachtig is. Van lang gegroeide twijgen kunnen meerdere stekken worden geknipt.
Gebruik een scherpe snoeischaar, zodat de snoeiwonden snel genezen. De winterstekken worden tijdelijk ingekuild in openlucht en worden in maart in volle grond uitgeplant.
Meer lezen over het vermeerderen door winterstek van trosbessen en druiven.
zondag 24 januari 2010
Bramen vermeerderen met topafleggen en stekken
Braambessen (Rubus fruticosus) zijn een gemakkelijke kleinfruitsoort. Men kan braambessen vermeerderen d.m.v. wortelstekken, zomerstekken en afleggen. De gemakkelijkste vermeerderingswijze is d.m.v. topafleggen.
Bij wortelstekken moeten de wortelstukken een doorsnede hebben van 0,5 cm en een lengte van 8 (10)cm. Het gestekelde bramenras 'Himalaya' kan hiermee vlot vermeerderd worden.
Als de grond niet te vast is, boren de toppen van de braambes-scheuten zich in augustus-september in de grond en vormen daar wortels. Knip het volgende voorjaar de jonge gewortelde top af op ca 20 cm boven de grond af en graaf de jonge planten voorzichtig uit. Deze éénjarige planten (topscheuten) kunnen worden gebruikt voor een nieuwe aanplanting.
Meer lezen over het vermeerderen van bramenstruiken (Rubus fruticosus).
Bramen en braamhybriden kunnen nu nog geplant en gesnoeid worden.
Meer lezen over het planten en snoeien van bramen en braamhybriden.
zaterdag 23 januari 2010
Wortelstekken bramen en frambozen.
Bramen en frambozen vermeerderen door wortelstekken is eenvoudig.
Sommige planten hebben op hun wortels ogen (knoppen) staan. Als men een stuk wortel afsnijdt, dan kunnen hierop scheuten ontstaan.
Het steksubstraat (stekgrond) moet zeer luchtig zijn, omdat de wortelstek veel lucht (zuurstof) nodig heeft.
Indien men de wortelstekken in gewone grond plaatst, dan zal de bodem tot op 15 - 20 cm goed doorlaatbaar moeten zijn. Gebruik bij voorkeur speciale, luchtige zaai- en stekgrond.
Bij een temperatuur van minimum 10°C., heeft men snel resultaat. Gestekt in de winter kan men de bekomen planten in mei inpotten of verpotten. Men kan de wortelstekken ook plaatsen in een koude (vorstvrije) kas/serre.
Meer lezen over planten vermeerderen met wortelstekken.
Bramen en frambozen snoeien geeft zoete bessen.
Bij het telen van braambessen (bramen) en zomerframbozen is een regelmatige snoei belangrijk. Regelmatig snoeien voorkomt de uitbreiding van ziekten. Snoeien kan in het najaar (oktober/november) of in het voorjaar (februari-maart) gebeuren. Probeer al de oude takken verwijderen. Bramen en zomerframbozen geven vooral vruchten op jonge stengels die het vorige jaar gevormd zijn. Na de snoei de overblijvende twijgen waaiervormig en losjes vastmaken. Eventuele zijtakken worden op 2-3 knoppen ingekort. Op een goed gesnoeide plant worden de vruchten groter en zoeter en zijn minder vatbaar voor vruchtrot & bramengalmijt. Taybessen (Tayberry) worden op dezelfde wijze als bramen gesnoeid.
Meer lezen over het snoeien en leiden van bramen en zomerframbozen.
Herfstframbozen worden in januari of februari na een vorstperiode zo kort mogelijk tegen de grond weggesnoeid. De talrijke nieuwe scheuten die ontstaan geven allen hetzelfde jaar al zijtakjes met vruchten.
Meer lezen over de snoei, het uitdunnen, het leiden en verzorging van herfstframbozen.
Zeer uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en snoei van braambessen & frambozen kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". De snoei wordt er overzichtelijk uitgelegd aan de hand van tekeningen en foto's. Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
vrijdag 22 januari 2010
Japanse pruimen: lentebloeier met lekkere vruchten!
Japanse pruimen: lentebloeier met lekkere vruchten!
Japanse pruimen (Prunus salicina Lindl. en hybriden) komen van nature voor in China en Japan. Ze zijn nauw verwant aan de gewone, Europese pruimen (Prunus domestica).
Verschillende Japanse pruimenrassen (Prunus salicina) zijn bruikbaar in onze sier- en fruittuin. Door de talrijke witte of witroze bloemen in maart-april is deze steenfruitsoort ook geschikt voor de siertuin.
De meeste rassen hebben kruisbestuiving nodig, maar er zijn ook zelfbestuivers. Mits een goede vruchtdunning in mei-juni kunnen de vruchten mooi uitgroeien en de beste smaak geven.
De vroegste Japanse pruimen zijn rijp vanaf begin juli, de laatste rassen eind september. De vruchten zijn meestal groter en steviger dan de gewone pruimen.
Er bestaat ook een ras met bloedrood vruchtensap, 'June Blood' (syn. Kaapse), dat mits een beetje zoekwerk nog wel te vinden is in Oost-Vlaanderen.
Pruimenbomen kan u beter NIET snoeien in de wintermaanden. Pruimenbomen kunnen beter gesnoeid worden vanaf half april tot half september.
Meer lezen over Japanse pruimenbomen- Prunus salicina (rassenkeuze, planten, snoei, onderhoud).
donderdag 21 januari 2010
Bekalk zure tuingrond in januari of februari.
Een juiste zuurtegraad (pH) van de grond is nodig voor een goede groei. De zuurheidsgraad van de meeste gronden verlaagt jaarlijks. Een tweejaarlijkse bekalking is daarom aangewezen.
Op gronden met een te lage pH kan een tekort aan voedingsstoffen ontstaan. De ideale pH is afhankelijk van de grondsoort en van de plantensoort. Laat daarom in een tuincentrum een bodemanalyse doen, zodat u de exacte hoeveelheid te geven kalk kan bepalen.
Het vroege voorjaar (januari, februari en maart) zijn meest geschikt om kalkmeststoffen uit te strooien. De meeste Vaccinium-soorten (blauwe bes, bosbes, rode vosbes) zijn echter kalkhatend en mogen geen kalkbemesting krijgen.
Meer lezen over de aanbevolen zuurtegraad en het bekalken van tuingrond.
woensdag 20 januari 2010
Fruitgewassen indeling.
De meest gebruikte indeling van de (inheemse)fruitgewassen gaat als volgt:
- Pitvruchten of pitfruit: appel, peer, kwee en mispel.
- Steenvruchten of steenfruit (Prunus-soorten): pruim, kwets, kers, mirabel (kroosjes), perzik en abrikoos
- Besvruchten: rode bes, witte bes, zwarte bes, blauwe bes, bosbes, kruisbes en druif.
- Nootvruchten: walnoot, hazelnoot en amandelnoot
- Schijnvruchten of verzamelvruchten: framboos, braam, taybes, Japanse wijnbes, moerbei en aardbei
Dikwijls spreekt men ook van houtig kleinfruit: trosbessen (witte, rode, zwarte), kruisbessen, blauwe bes, framboos, braam.
Soms gebruikt men een botanische indeling van de fruitgewassen. Volgt men deze botanische indeling dan horen de meeste fruitgewassen tot de familie van de Rozen (Rosaceae): pitvruchten (Malus, Pyrus Cydonia, Mespilus); steenvruchten (geslacht Prunus); schijnvruchten (geslacht Rubus en Fragaria).
De andere fruitgewassen horen tot verschillende andere plantenfamilies:
- Betulaceae - berkenfamilie: Corylus - hazelaar
- Fagaceae - napjesdragers: Castanea - tamme kastanje
- Juglandaceae - walnootfamilie: Juglans - okkernoot, walnoot
- Grossulariaceae - Bessenfamilie: Ribes - aalbes, kruisbes
- Vitaceae - wijnstokfamilie/ druivenfamilie: Vitis - druif
- Moraceae - Moerbeifamilie: Ficus (vijg) en Morus (moerbei)
Lees meer over verwantschap van fruitsoorten en plantenfamilie i.v.m. het enten.
Lees meer over de taxonomische indeling van de fruitsoorten in het plantenrijk.
Lees meer over de oorsprong en betekenis/verklaring van Latijnse plantennamen "ABC van het plantenlatijn. Betekenis van botanische namen".
dinsdag 19 januari 2010
Intensief perenbomen planten.
Perenbomen worden meestal op een ruime afstand van elkaar geplant. Sommige perenrassen kunnen ook op een korte plantafstand (50 cm) van elkaar geplant worden.
Aanbevolen perenrassen zijn o.a. 'Belle de Jumet', 'Bonne Louise d'Avranches', 'Conference', Concorde en Comtesse de Paris
Sterkgroeiende en laatproductieve perenrassen zijn hier af te raden.
Zorg voor een stevige ondersteuning of raamwerk zodat de zwaarbeladen fruitbomen niet omver vallen. Ook sommige productieve appelrassen kunnen op dezelfde korte afstand van elkaar geplant worden. De snoei van intensieve plantsystemen vraagt minder werk en de pluk wordt gemakkelijker. Plant indien mogelijk verschillende fruitrassen en fruitsoorten door elkaar, zodat schimmels en plagen minder kunnen uitbreiden. Een goed "raamwerk" (= steunpalen en horizontale draden) is ook bruikbaar voor andere fruitsoorten zoals appelbomen, kersen op zwakke onderstammen, tafeldruiven en pruimen.
Meer lezen over dicht bij elkaar planten van perenbomen.
Kruisbestuiving is bij de meeste perenrassen belangrijk, om een goede productie te bekomen.
Meer lezen over de bestuiving van perenbomen.
Oudere perenbomen kunnen nu nog gesnoeid worden. Laat snoeien is meer groeiremmend dan vroeg snoeien. Lichte nachtvorst is geen probleem om te snoeien.
Jonge perenbomen (minder dan 4 jaar oud) kan u beter in maart snoeien.
Meer lezen over perenrassen, bestuiving, planten en snoei.
maandag 18 januari 2010
Peren en appels bewaren.
Geplukte winterappels en winterperen optimaal bewaren zodat u er maanden kan van genieten!
Waar en hoe kan u best pitvruchten zoals winterappels en winterperen bewaren? Sommige appel- en perenrassen bewaren beter dan andere. Een goede bewaarplaats heeft een hoge luchtvochtigheid, is donker en heeft een temperatuur van 2 tot 4°C.
Een locatie op het noorden met bescherming tegen regen, vorst, vogels en knaagdieren is gunstig. Kleine hoeveelheden kunnen in een koelkast worden bewaard. Voor appels is de ideale bewaartemperatuur 4-5°C en voor peren is dit 0-1°C.
Een goed onderkomen is een donkere, niet te droge kelder die gelucht kan worden via een raam aan de noordkant. Een gelijkmatige temperatuur van 2 - 4°C is meestal goed.
Hou de luchtvochtigheid tamelijk hoog door de vloer af en toe nat te maken. Bij een te droge lucht gaan de vruchten rimpelen. Om dit rimpelen te vertragen kunt u plastiekfolie of papier op de vruchten leggen.
Neem tijdens de bewaring regelmatig rijpe en rotte vruchten weg. Controleer de vruchten wekelijks op bederf. De meest voorkomende problemen zijn bruinrot, kurkstip en vraatschade van knaagdieren en vogels.
Goed bewaarbare peren zijn o.a. 'Saint Rémy', 'Comtesse de Paris' en 'Jeanne d'Arc'.
Meer lezen over het optimaal bewaren van appels en peren (winterappels en winterperen).
zondag 17 januari 2010
Druiven snoeien bij droog weer!
Overzicht van de enkele Guyot-snoei van druiven in openlucht. De rode stippellijn is het snoeien in januari. De blauwe pijl is het uitbuigen van de een geselecteerde dikke eenjarige twijg.
Tekening nr 3 = wintersnoei (in januari) na het eerste groeijaar. Tekening 09 en 010 = uitbuigen en snoei na het tweede groeijaar (in januari). Tekening 18, 19 en 20 = wintersnoei (in januari) na het derde groeijaar.
Openluchtdruiven kunnen gesnoeid worden in de maanden januari en februari. Vroeg snoeien geeft de beste hergroei, terwijl er bij te laat snoeien kans is op bloeden (Overtollig sapverlies)
Snoei niet snoeien tijdens strenge vorst overdag en probeer te snoeien tijdens goed opdrogend weer. De snoeiwonden genezen dan beter.
Bij druiven zal men nooit vlak na een oog insnoeien. Dit geeft kans op uitdrogen van dat oog. Men blijft steeds 1,5 tot 2 cm van een oog. De eerste jaren kort terugsnoeien. Later op 2 (3) ogen (terug-)snoeien. (1 twijg per draagspoor).
De meeste druiven rassen kunnen op ongeveer 3 ogen ingeknipt worden. Per draagspoor slechts één vruchttwijg behouden! (De stevigste en laagst staande twijg).
Kasdruiven of serredruiven moeten soms op 4 ogen/ knoppen geknipt worden.
Sommige nieuwe, ziektetolerante druivenrassen kunnen beter op 6 - 8 ogen/ knoppen gesnoeid worden (Enkel Guyot- of dubbel Guyot-systeem). Meer lezen over de snoeimethode Enkele Guyot bij druiven.
Meer lezen over het snoeien en verzorgen van druiven.
Alle artikels over het planten en snoeien van druiven lezen.
Zeer uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en snoei van druiven kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". De druivensnoei wordt er overzichtelijk uitgelegd aan de hand van tekeningen en foto's en Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
zaterdag 16 januari 2010
Perenbomen planten.
De entplaats moet boven de grond blijven na het planten. De eerste zijtakken komen op 0,5 meter boven de grond. De boom is ca 1,5 meter hoog en er zijn meerdere zijtakken tussen 0,5 en 1,5 meter hoogte.
Steilgroeiende rugtwijgen wegsnoeien. Sommige takken worden uitgebogen door middel van gewichtjes of touw.
De meeste perenrassen hebben kruisbestuiving van een ander gelijkbloeiend perenras nodig. Niet alle perenrassen bloeien tegelijk en hebben even goed stuifmeel.
'Conference' geeft ook zonder bestuiving vruchten.
Een goede bestuiving geeft grotere en meer vruchten. Een ideale perenbestuiver moet op jonge leeftijd bloemen geven en in de omgeving geplant zijn. Laat productieve perenrassen zijn o.a. 'Beurré Hardy' en 'Doyenné du Comice'. Vroeg productieve en dus goede perenbestuivers zijn o.a. 'Concorde', 'Conference', 'Comtesse de Paris' en 'Durondeau'. Voor meer info zie bestuivingstabel.
Meer lezen over de bestuiving van perenbomen.
Er zijn zomer-, herfst- en winterperenrassen. Volgens hun gebruik heeft men smaakvolle eetperen en stoof- of keukenperen. Door meerdere perenrassen bij elkaar te planten is er een goede kruisbestuiving, betere vruchtzetting en krijgt men meer en grotere vruchten. Pyrus communis 'Verdi', een bewaarpeer heeft als merknaam SWEET BLUSH.
Plant niet teveel bomen van hetzelfde ras, want perenbomen kunnen veel vruchten produceren. Vooral zomer- en herfstperen mag u niet teveel aanplanten, want ze zijn niet of nauwelijks bewaarbaar!
Laat, onregelmatig productief en moeilijk te snoeien zijn 'Beurré Hardy' en 'Doyenné du Comice'. Als bestuiver zijn deze twee rassen dan ook niet aan te raden.
Meer lezen over perenrassen voor laag-, half- en hoogstam.
Jonge en oudere perenbomen kunnen nu nog gesnoeid worden. Laat snoeien is meer groeiremmend dan vroeg snoeien.
Meer lezen over perenrassen, bestuiving, planten en snoei.
vrijdag 15 januari 2010
Eenvoudig appelboom snoeien.
Door jaarlijks uw appel- en perenbomen te snoeien hebt u jaarlijks vruchten van een goede kwaliteit. De gezondheid van de boom en vruchten is beter en de levensduur wordt langer. Om fruitbomen juist te snoeien is het belangrijk van de meeste onderdelen te kunnen benoemen. Uitleg over het snoeien is gemakkelijker te begrijpen en toe te passen. Snoei steeds weg: wildopslag van de onderstam, te laag staande takken, buikhout, verticaal groeiend rughout en concurrenten. De stam en harttak moeten meestal enkelvoudig omhoog groeien. Te ver groeiend vruchthout aan de gesteltakken of vruchttakken wordt meestal ingekort tot op korte takjes. Bladknoppen zijn spits en smal. Bloemknoppen zijn dik (rond) en komen vooral aan kort vruchthout (Takjes van 1 tot 20 cm lang).
Meer lezen over de eenvoudige snoei van appelbomen.
Snoeihout van goede, ziektetolerante rassen is geschikt om bij te houden voor enthout of griffelhout. Verzamel stevige eenjarige twijgen van ca 60 cm lang en voorzien van bladknoppen. Meer lezen over het verzamelen en bewaren van enthout om onderstammen te enten.
donderdag 14 januari 2010
Snoeien van fruitbomen
Overdag is er momenteel geen vrieskoude meer. De lichte nachtvorst is geen probleem om de meeste fruitsoorten normaal te snoeien.
Voor jonge appel- en perenbomen kan de snoei uitgesteld worden tot in de maand maart.
Oudere appel- en perenbomen kan je best nu al snoeien. Lees verder over appelsnoei.
Perenbomen worden niet zoals appelbomen gesnoeid.
Lees verder over perensnoei.
De kas- of serredruiven zijn normaal al in december gesnoeid. Is dat vergeten geweest, probeer ze dan zo spoedig mogelijk te snoeien.
Openluchtdruiven kunnen de ganse maand januari gesnoeid worden. Eventueel kan dat ook nog in februari gebeuren. In januari snoeien bevorderd meer de groei, hetgeen bij druiven zeer gunstig is.
Lees verder over het planten en snoeien van druiven..
woensdag 13 januari 2010
Appelbomen eenvoudig snoeien
Door jaarlijks uw appel- en perenbomen te snoeien hebt u jaarlijks vruchten van een goede kwaliteit. De gezondheid van de boom en vruchten is beter en de levensduur wordt langer.
Om fruitbomen juist te snoeien is het handig van de meeste onderdelen te kunnen benoemen.
Appelbomen jonger dan 3 jaar kunnen beter in maart gesnoeid worden. Oudere bomen kunnen in januari of februari bij droog en vorstvrij weer gesnoeid worden. Nachtvorst is voor de snoei geen probleem.
Snoei weg: wildopslag van de onderstam, te laag staande takken, buikhout, verticaal groeiend rughout en concurrenten.
De stam en harttak moeten meestal enkelvoudig omhoog groeien. Te ver groeiend vruchthout aan de gesteltakken of vruchttakken wordt meestal ingekort tot op korte takjes.
Bladknoppen zijn spits en smal. Bloemknoppen zijn dik (rond) en komen vooral aan kort vruchthout (Takjes van 1 tot 20 cm lang).
Afhangend vruchthout wordt teruggesnoeid tot op een horizontale korte twijg.
De groei verbeteren bij te zwak groeiende gesteltakken of vruchttakken kan door een aantal bloemknoppen te verwijderen en door de verlengenis iets in te snoeien (Tot op bladknoppen).
De groei verzwakken bij een te sterk groeiende tak kan door zoveel mogelijk bloemknoppen te bewaren en door de tak horizontaal uit te buigen.
Een goed gesnoeide appelboom heeft na de snoei een piramidale vorm.
Een geënte fruitboom is te herkennen aan de entknobbel of paardeknie onderaan. Dit gezwel aan de stam onderaan moet steeds boven de grond zitten.
Lees verder over het eenvoudig snoeien van appelbomen.
Niet alle appelbomen worden op dezelfde manier gesnoeid. De gekende keukenappels 'Schone van Boskoop' (Goudreinette, Rode Boskoop) zijn sterke groeiers en vragen een aangepaste snoei. Lees verder over het snoeien van 'Schone van Boskoop'-bomen. Ook Rode Boskoop en Reinettes worden gelijkaardig gesnoeid (Lange snoei)
Uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en verzorging van appelbomen kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
dinsdag 12 januari 2010
Fruittips om problemen te voorkomen.
Plant op het beste tijdstip: meestal november - december voor planten met naakte wortel. Een droge wortelkluit kan eerst enkele uren in water gedompeld worden.
Plant meerdere fruitsoorten en ziektetolerante fruitrassen. Meer info over inheems- en uitheems fruit.
Plant op de gepaste diepte. Dikwijls wordt er te diep geplant! Zie groente- en fruitencyclopedie.
Maak de boom vast aan een stevige steunpaal. Blijf ca 10 cm (voetbreedte) van de paal af. Plant de boomkop iets schuin weg van de paal, zodat de harttak niet kan schuren tegen de boompaal.
Maak de ondergrond voldoende los, zodat de wortels ongestoord kunnen groeien. (Uitz.: vijgen)
Vele fruitsoorten verdragen geen te natte grond. Op natte gronden kan u op heuveltjes planten.
Kies fruitrassen uit die weinig vatbaar zijn voor de belangrijkste schimmelziekten. Zie ook pitfruit, steenfruit en druiven.
Lees meer over het herkennen en het interactief leren van plantennamen.
Bij het inboeten probeert u de oorzaak van slechte groei te vinden.
Snoei uw fruit op het juiste tijdstip. Het ideale snoeitijd is niet voor alle fruitsoorten gelijk! Zie fruit-snoeikalender voor fruitbomen en kleinfruitstruiken
De snoeiwijze is niet voor alle fruitplanten gelijk. Informeer u op voorhand! Zie ook gemakkelijkste fruitsoorten om te snoeien
Ruim zieke of afgevallen vruchten en bladeren regelmatig op. De infectiedruk voor sommige schimmels wordt dan kleiner. Zie ook weblinks van ziekten en plagen. Verwijder in de winter alle mummies (= verdroogde en beschimmelde vruchten)
Lees meer tips om minder problemen bij fruitsoorten te hebben.
maandag 11 januari 2010
Druiven stekken is eenvoudig.
Gebruik enkel zeer dikke en gezonde eenjarige twijgen. Let goed op de juiste richting van de knoppen. Verschillende soorten winterstek of houtstek kunnen gebruikt worden: gewone stek (1), hielstek (2), krukstek (3), lidstek en eenoogstek.
Vul een pot met stekgrond en steek hierin 2 of 3 stekken. Plaats de stekken op een tamelijk warme plaats (Ongeveer 10-18°C.). Zodra de stekken uitlopen goed beschermen tegen uitdroging door er een plastieken zakje over te doen.
Stekhout dat na zware vorst wordt geknipt bevat minder reservestoffen en de beworteling valt soms tegen. Daarom kan u soms beter in december al stekhout verzamelen. Reken op een slaagpercentage van 30 tot 70 %.
Lees verder over druiven vermeerderen door stekken (Vitis vinifera).
Openluchtdruiven moeten deze maand januari zeker gesnoeid worden. Het dikste snoeihout is meestal bruikbaar om stekken uit te knippen.
Meer lezen over het planten, snoeien en verzorgen van druiven - Vitis vinifera.
zondag 10 januari 2010
Kiwi's zelf zaaien
Actinidia chinensis - gele kiwi's. Ook gele kiwi's kan u op een warme plaats zelf zaaien.
Overrijpe kiwivruchten kan u 1-2 weken in het diepvriesvakje van uw koelkast steken om de zaden een koudebehandeling te geven. De koudebehandeling zorgt ervoor dat de kieming sneller en beter verloopt.
Laat de kiwivruchten ontdooien en doe het vruchtvlees door een keukenzeef om de zaden met water schoon te spoelen.
Vul een propere plastieken pot met zaaigrond en strooi de kiwizaden over de zaaigrond. Dek af met een dunne laag wit zand of met een beetje zaaigrond.
Dek de pot af met glas of plastiek en zet de pot op een warme plaats.
Lees verder over kiwi's - Actinidia deliciosa vermeerderen door zaaien.
Kiwibessen of kiwiberry (Actinidia arguta) kan ook vermeerderd worden door middel van stekken. Zomerstekken heeft de voorkeur, maar winterstekken geven ook enige kans op lukking, mits de stekken in stekgrond op een licht verwarmde plaats te zetten.
Meer lezen over het stekken van planten. Meer lezen over het vermeerderen door stekken.
zaterdag 9 januari 2010
Eenoogstek en wortelstekken.
Vermeerdering d.m.v. oogstekken en wortelstekken kan men toepassen op bepaalde sierheesters en bij sommige fruitgewassen. Bij druiven (Vitis vinifera) worden in januari de oogstekken in potten gevuld met stekgrond gestoken en onder glas vorstvrij gehouden. Een minimumtemperatuur van 15°C is wenselijk.
Bij planten met ogen (knoppen) op hun wortels kan men wortelstekken nemen. Wortelstekken kan in de herfst en in het voorjaar toegepast worden. De wortelstukken worden in potten gevuld met een luchtige stekgrond gestoken en vorstvrij gehouden. Wortelstekken kan men toepassen bij bramen, frambozen, Japanse sierkwee en pruimonderstammen.
Meer lezen over planten vermeerderen door middel van eenoogstekken en wortelstekken.
vrijdag 8 januari 2010
Kiwi's en kiwibessen snoeien.
Gewone groene (behaarde) kiwi (Actinidia deliciosa), gele kiwi (Actinidia chinensis) en kiwibes/ kiwiberry (Actinidia arguta).
Snoeitijdstip van oudere kiwiplanten: januari. Een te late snoei geeft kans op sapverlies (bloeden). Mannelijke planten worden na de bloei gesnoeid. Snoei NIET als het overdag vriest!
Snoeitijdstip van jonge planten: maart-april.
De vrouwelijke kiwiplanten worden voornamelijk in december en januari gesnoeid. De vruchten komen op zwakke (korte) twijgen die het jaar tevoren zijn gevormd. De mannelijke planten (bestuivers) worden steeds NA de bloei gesnoeid.
Te laat snoeien (februari - maart) heeft sapverlies of bloeden tot gevolg.
Snoei de korte of middellange twijgen in op 3 tot 6 knoppen. Sterke (lange) twijgen worden volledig weggenomen.
Wintersnoei is vooral bedoeld om oudere vruchttakken te vervangen. (Ouder dan 3 jaar). De kiwivruchten kunnen dan veel groter worden.
Jonge kiwiplanten kan u beter na de bloei in mei te snoeien, zodat de groei wordt afgeremd.
Meer lezen over de winter- en zomerkiwisnoei.
Alle artikels met teeltinformatie, vermeerdering en tips over kiwi's lezen (Actinidia deliciosa, Actinidia arguta)?
Uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en verzorging van kiwi's, kiwibessen en kiwiberry kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
donderdag 7 januari 2010
Eetbaar fruit voor kas of serre
De meest aanbevolen fruitsoorten voor de kas of serre zijn vooral kasdruiven. Kies zeker een druivenras uit dat weinig of niet vatbaar is voor meeldauw! De meeste oude druivenrassen zijn erg vatbaar voor meeldauw/ witziekte-schimmel. Aanbevolen nieuwe druivenrassen met grote trossen en tamelijk grote tot grote bessen zijn o.a. 'Theresa' en 'Francisca'.
Ook vroege pruimen zoals 'June Blood' en 'Opal' zijn geschikt voor kasteelt. Vorstbescherming tijdens de bloei is noodzakelijk.
Als de kas voldoende hoog is kan u ook overwegen om vijgen te planten. Probeer wel een te sterke vegetatieve groei te voorkomen, want dat is nadelig voor de vruchtenproductie.
Passieflora of passievruchten zijn bijzonder bruikbaar, maar plant dan zeker twee verschillende rassen.
Vorstgevoelige kuipplanten van Citrus, kaki/ sharon, vijgen, boomtomaat kunnen in de kas overwinteren en vanaf begin mei in openlucht geplaatst worden. De overwinteringsruimte is dan bruikbaar om bijvoorbeeld tomaten te planten.
Fruitsoorten die winter en zomer in de kas/ serre staan, zijn soms vatbaar voor vroegtijdige bladval, spintmijten, bladluizen en vraatschade van rupsen. Gewasbeschermingsproducten kunnen soms nodig zijn.
Meer lezen over fruitnamen leren en fruitsoorten interactief herkennen.
Meer lezen in de digitale fruit encyclopedie voor inheemse en uitheemse fruitsoorten.
woensdag 6 januari 2010
Fruit-onderstammen vermeerderen?
Afleggen of marcotteren door takken in de grond te buigen.
Er zijn meerdere vermeerderingsmethoden mogelijk. Ongeslachtelijk vermeerderen door: zomerstekken, winterstekken of houtstekken, wortelstekken en afleggen of marcotteren. Alle eigenschappen van de moederplant blijven behouden bij het ongeslachtelijk vermeerderen.
Sommige fruitsoorten of onderstammen worden gezaaid en gestratificeerd (= geslachtelijk vermeerdering).
Meer lezen over het zaaien van fruitsoorten en/of fruitonderstammen.
Gezaaide walnoten, appels, peren en kiwi's geven pas laat vruchten. Het stekken geeft bij deze gezaaide planten meestal geen goed resultaat. Zaailingen zijn geschikt als sterkgroeiende onderstam, meestal om hoogstam te bekomen.
Indien u zelf peren of pruimonderstammen wil vermeerderen, dan kan u best eerst zelf enkele onderstammen aankopen in een boomkwekerij. Knip de onderstammen ca 10 cm boven de wortels af en gebruik het afgeknipte deel om winterstekken van de snijden. Het onderste deel met de wortels plant je uit op een afstand van ca 15 cm afstand en zodra deze planten goed groeien kan u de jonge scheuten aanaarden, zodat ze bleken en wortelen.
Meer lezen over het vermeerderen van fruitboom-onderstammen.
dinsdag 5 januari 2010
Openluchtdruiven snoeien: Guyot snoei.
Openluchtdruiven snoeien volgens het Guyot-systeem.
Snoeitijdstip:
Serredruiven of kasdruiven worden in december-januari gesnoeid. Kasdruiven moeten nu dringend gesnoeid worden!
Openluchtdruiven worden in de januari of februari gesnoeid bij vorstvrij en droog weer. Bij een latere snoei is er gevaar voor sapverlies (bloeden). Door de snoei blijft de druivelaar gezonder en bekomt men grotere bessen.
Snoeimethode:
Bij de klassieke druivensnoei worden een groot aantal twijgen verwijderd (teruggesnoeid). Men behoudt ongeveer 25 stevige twijgen en deze worden dan op 3 of 4 knoppen ingesnoeid.
Meer lezen over de wintersnoei van druiven.
Nieuwe, ziektetolerante druivenrassen geven dikwijls onvoldoende trossen bij de klassieke snoei. Men heeft 2 zeer sterke twijgen per plant. Eén twijg wordt op 6 - 8 knoppen ingesnoeid en horizontaal vastgemaakt. De andere sterke twijg wordt op 2 knoppen ingesnoeid.
Meer lezen over de enkele Guyot-snoei voor nieuwe druivenrassen in openlucht (tafel- en wijndruiven).
Uitvoerige informatie over de rassenkeuze, teelt en verzorging van druiven kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)
Nog andere planten snoeien? Lees meer in de fruit-snoeikalender.
maandag 4 januari 2010
Enten: ent- of griffelhout knippen.
De meeste fruitbomen worden geënt of gegriffeld op een onderstam.
Het is nu hoog tijd om bij vorstvrij en droog weer enthout of griffelhout te knippen. Verzamel eerst griffelhout van steenfruit (pruimen, kersen) en van kiwi's. Later kan u ook enthout van appel- en perenbomen verzamelen.
Bindt het enthout in kleine bussels, voorzie ze van een etiket en bewaar deze op een koele plaats. Met goed bewaard griffelhout kan u vanaf januari tot april onderstammen enten.
Ook kan u later een extra bestuiver enten op een bestaande fruitboom.
Kenmerken van goed griffelhout: eenjarig, knoppen goed gesloten, fris, ziektevrij, middelmatig dik en lang.
Meer lezen over het verzamelen en bewaren van enthout om onderstammen te enten.
Twee keer per maand fruitnieuwtjes ivm praktische werkzaamheden ontvangen? Schrijf je hier in voor de Fruit-ABC nieuwsbrief.
zondag 3 januari 2010
Fruitsoorten stekken in januari.
Het vermeerderen van fruitsoorten of onderstammen door stekken wordt zoveel mogelijk in de juiste maand toegepast en is eenvoudig op te zoeken in de "Fruit ABC-Stekkalender". Houtig kleinfruit, druiven en onderstammen kunnen eenvoudig vermeerderd worden door stekken. Ook vele sierstruiken kunnen gestekt worden.
Stekken van vijgen en druiven worden meestal in speciale stekgrond gestoken bij een optimale temperatuur. (Meestal minimum 15°C.) Als er teveel zonlicht is dan moet er afgeschermd worden om verwelking en verbranding te voorkomen.
Om de stekken te snijden kan u een scherp mes of een scherpe snoeischaar gebruiken.
Winterstekken of houtstekken worden in de rustperiode, zonder bladeren genomen.
Te stekken in januari: aardbeiboom (Arbutus unedo), Japanse sierkwee/dwergkwee (Chaenomeles japonica), tafeldruiven & wijndruiven (Vitis vinifera), vijg (Ficus carica), jostabes (Ribes 'Jostaberry'), trosbessen (Ribes nigrum, Ribes rubrum), gele alpenbes (Ribes aureum) en blauwe bessen (Vaccinium corymbosum).
Sommige fruitsoorten kan u best onder glas (kas) stekken, maar de meeste soorten kunnen ook gewoon als winterstek in openlucht ingekuild worden.
Meer lezen over het stektijdstip in de fruitstekkalender.
Vele sierheesters zoals o.a. vlinderstruik (Buddlea), Cornus (kornoelje), pluimhortensia (Hydrangea), sierbes (Ribes sanguineum) en Chinees klokje (Forsythia) kunnen op een gelijkaardige manier gestekt worden zoals de vernoemde fruitsoorten.
Niet alle planten worden op dezelfde manier gestekt. Sommige planten wortelen heel moeilijk en vragen extra aandacht.
Meer lezen over de werkwijze bij het stekken van houtachtige planten d.m.v. winterstek of houtstek.
Het is niet altijd eenvoudig om cultuurplanten te vermeerderen door stekken. Soms zijn er andere vermeerderingsmethoden nodig zoals oculeren, enten, marcotteren of afleggen.
Ook op internet is nog veel extra informatie over het stekken, afleggen, marcotteren, oculeren en enten te vinden.
Weblinks i.v.m. het vermeerderen van planten door zaaien, stekken, afleggen en enten.
Meer lezen over de betekenis van wetenschappelijke plantennamen in het plantenboek "ABC van het plantenlatijn. Betekenis van botanische namen".