dinsdag 16 maart 2010

Vroeger vruchten met de juiste onderstam.


Fruitbomen op een (zwakgroeiende) onderstam blijven meestal kleiner en geven vroeger vruchten. (Na 3 jaar vruchten i.p.v. soms 10-12 jaar te moeten wachten). Zaailingonderstammen groeien sterker en zijn meestal laat vruchtbaar. Nakomelingen (zaailingonderstammen) zijn meestal erg variabel in groeisterkte. De zwakste worden verwijderd en men houdt enkel de sterkste en gezondste over.
Meer lezen over onderstamsoorten voor fruitbomen.

Onderstammen worden vermeerderd door afleggen, marcotteren en soms door middel van winterstek. Het vermeerderen van onderstammen is niet altijd gemakkelijk, zodat aankopen soms eenvoudiger is. Door afleggen en stekken blijven de typische eigenschappen van de (zwakgroeiende) onderstammen beter behouden.

Onderstammen worden later geoculeerd of geënt door middel van bijvoorbeeld de Engelse (verbeterde) plakgriffel. In volle grond kan dit enten vanaf einde maart reeds gebeuren.
Meer lezen over het gebruik van onderstammen.

Met sterkgroeiende onderstammen heeft men een grotere plantafstand nodig dan op zwakgroeiende onderstammen. Eenmaal in productie kunnen fruitbomen op sterkgroeiende onderstammen wel meer vruchten produceren dan de zwakgroeiende onderstammen.
Meer lezen over aanbevolen plantafstanden voor fruitsoorten.

Onderstammen vermeerderen door zaaien, stekken of afleggen (marcotteren).
Meer lezen over de vermeerdering van planten.
Niet alle planten worden op dezelfde manier vermeerderd. Sommige planten kunnen ook gestekt of afgelegd worden. Weblinks over plantenvermeerdering.

Hoeveel kunnen fruitsoorten produceren?
De productie hangt af van de fruitsoort, het fruitras en de gekozen onderstam.
Meer lezen over opbrengst van fruitsoorten en FAQ.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten