Teelt, snoei en verzorging van fruitbomen, druiven, kleinfruit, noten en bijzondere fruitsoorten. Bijzondere tomaten. Volgtip: www.fruitabc.be

zaterdag 28 februari 2009

Druiven snoeien --> dringend!


Hoog tijd om de laatste druiven te snoeien!
Openluchtdruiven moeten nu dringend gesnoeid worden. Voor kasdruiven/ serredruiven is het al te laat om te snoeien.
Bij te laat snoeien is er gevaar op bloeden (= overtollig sapverlies).

Luchtig gesnoeide druiven groeien gezonder, hebben een langere levensduur en geven grotere bessen.
Lees verder over de druivensnoei.

Uit het snoeihout van de druiven kunnen winterstekken geknipt worden om in potten te stekken. Steklengte is 10-15 cm.

Knip de stekken net onder een knop af en op een 2de of 3de oog (1,5 cm boven de knop), knipt u lichtjes schuin de stekken af.

Lees ook de andere berichten na in deze fruitblog over de druivensnoei!

Uitvoerige informatie over druivensnoei, rassenkeuze, teelt en verzorging van druiven kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie".
Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)

vrijdag 27 februari 2009

Winterentingen van onderstammen.



Winterentingen kunnen vanaf januari tot einde maart binnen gedaan worden!
Het enten wordt toegepast bij planten die moeilijk te stekken zijn of waarvan de eigenschappen verloren gaan bij het zaaien.
Door op zwakgroeiende onderstammen te enten bekomt men kleinere fruitbomen die vroeg productief worden. Indien men op sterkgroeiende onderstammen (vb. zaailingen) ent, dan bekomt men grotere bomen die pas laat productief worden.
Men kan ook enten om mooie stamvormen of treurvormen te bekomen. Sommige zwakgroeiende rassen groeien horizontaal over de grond. Door deze op een stam van bijvoorbeeld 1 meter lengte te enten bekomt men een boompje met hangende takken. (Bijvoorbeeld stamrozen en treurrozen)
Meer lezen over te gebruiken onderstammen bij het enten.

De losse onderstammen (zonder potkluit) worden na het enten ingekuild of uitgeplant.
Ook tijdig opgepotte onderstammen van kiwi's, druiven, noten, appel en peer kunnen zodra ze goed in groei zijn geënt worden met enthout in rust. Onderstammen die goed in groei zijn hebben veel bladeren, doordat ze in een verwarmde ruimte stonden. De in pot staande onderstammen worden tot begin mei binnen gehouden (= einde vorstgevaar) en kunnen dan in openlucht uitgeplant worden.

Ook tomatenrassen met een zwak (ziektegevoelig) wortelgestel kunnen geënt worden op speciale sterkgroeiende tomatenonderstammen. De groei en productie van deze geënte tomaten zal dan toenemen.

Als entmethode kan de plakgriffel, Engelse griffel en spleetgriffel gebruikt worden.
Het enten van in groei getrokken kiwizaailingen gaat meestal zeer gemakkelijk, de lukking is meestal zeer goed.
Niet alle planten kunnen zomaar op elkaar geënt worden. Er moet voldoende verwantschap zijn tussen ent en onderstam.
Ook moet er een scherp, proper entmes gebruikt worden en moet alles waterdicht gemaakt worden met entwas of paraffine (kaarsvet).
Meer lezen over diverse entmethoden, onderstammen en verwantschap.

donderdag 26 februari 2009

Bemesten van fruitbomen, druiven en kleinfruit.


Voorjaarsbemesting bij fruitbomen en kleinfruitstruiken zorgt voor een goede start!
Een fruitboom en bessenstruik heeft meerdere soorten voedingsstoffen nodig om te groeien en vruchten of bessen te geven.

Er is een groot verschil in voedselbehoefte tussen de verschillende fruitsoorten.
Sterkgroeiende fruitbomen, kiwi's, vijgen en houtig kleinfruit mogen niet teveel bemest worden met stikstof, want dan groeien ze nog sterker.
Een fruitgewas dat normaal groeit is meestal minder vatbaar voor plagen en schimmelziekten.
Matig bemesten en regelmatig snoeien maakt de planten minder vatbaar.

Op lichte gronden moet meestal meer bemest worden dan op zwaardere gronden. Kaliumgebrek komt vaak voor op lichte gronden. Op lichte gronden (zandgrond) is er meer kans op uitspoeling van mineralen. Op gronden met een hoog gehalte aan organische stof is er ook minder uitspoeling van mineralen.

Strooi geen meststoffen op de eerste vijf meter langs waterlopen. Op hellende percelen strooit u geen meststoffen op minder dan 10 meter van een waterloop.

Een tekort aan magnesium, al of niet in combinatie met iets te zure grond, kan bladvergeling veroorzaken. (Zie afbeelding bladvergeling bij druiven). De meeste samengestelde meststoffen bevatten ook een kleine hoeveelheid magnesium.

Organische meststoffen kunnen in het voorjaar (februari-maart) gegeven worden, om mooie scheuten en vruchten te ontwikkelen.

Men streeft naar een scheutlengte van 20 cm per jaar. Wanneer geen regelmatige bemesting wordt toegepast, krijgen we een zwakkere groei met kleinere of geen vruchten tot gevolg.
Fruitbomen die te hard groeien en weinig of geen bloemknoppen bevatten worden beter niet extra bemest.
Meer lezen over de bemesting van fruitbomen en fruitstruiken.

Pas geplante fruitbomen, druiven en kleinfruitstruiken moeten niet of slechts een beetje bijgemest worden, om te voorkomen dat de wortels verbranden. Een laagje compost en hakselhout uitstrooien op de plantspiegel (rond de boom of struik) is voldoende. Laat de stam iets vrij om verbranding en schimmelinfectie te voorkomen.
Lees meer over " Een goede start bij het planten".

woensdag 25 februari 2009

Ziektetolerante druivenrassen planten



Ziektetolerante druivenrassen voor openluchtteelt planten.
De belangrijkste schimmelziekten bij tafel- en wijndruiven zijn echte meeldauw (witziekte) en valse meeldauw.
Valse meeldauw komt vooral in openlucht voor bij regenachtig weer.
Echte meeldauw komt zowel in kas (serre) als in openlucht voor, bij eerder droog weer. De meeste oudere druivenrassen zijn vatbaar voor echte- en valse meeldauw.
Blauwe/ roodblauwe ziektetolerante druivenrassen voor openluchtteelt: o.a. Ester, Ganita, Lidi, Muscat Bleu, Nelly, Philipp en Katharina.
Witte ziektetolerante druivenrassen voor openluchtteelt: o.a. Birstaler Muscat, Hecker, Sophie, Zalagyongye, Evita, Franziska en Eugeen.
Lees verder over meeldauwtolerante druivenrassen voor openluchtteelt.
Druiven zijn in rusttoestand bijzonder winterhard en kunnen mits het gepaste ras te kiezen goed in openlucht gekweekt worden. (Zie foto's van 'Evita')

Druiven vragen een zonnige, warme standplaats. Ze houden van droge of matig vochtige grond die neutraal of licht alkalisch is. Druiven houden niet van natte en zure gronden! Zorg voor een luchtige standplaats zodat ze snel kunnen opdrogen. Een oosten- en zuidenmuur is zeer goed om druiven aan te leiden. Er kan ook een raamwerk gemaakt worden met palen en horizontale draden, waarlangs de druivenranken geleid worden.
Lees verder over het planten, snoeien en bemesten van druiven.
Kies niet zomaar een druivenras om te planten, maar vraag na of het weinig ziektegevoelig is.
Druiven zijn minder geschikt om langdurig in potten of kuipen op te kweken.
Koop geen oude druivelaars in grote potten. Het is meestal een oud en erg ziektegevoelig ras dat regelmatig preventief behandeld moet worden!

Uitvoerige informatie over aanbevolen druivenrassen, teelt en verzorging van druiven kan u vinden in de "Groente & Fruit Encyclopedie". Achteraan het boek zit een adressenlijst waar u aanbevolen druivenrassen kan bekomen.
Meer lezen over de Groente & Fruit Encyclopedie (Auteurs: Luc Dedeene & Guy De Kinder, Kosmos Uitgevers)

dinsdag 24 februari 2009

Wortelsnoei bij appel- en perenbomen.


Wortelsnoei bij onvruchtbare appel- en perenbomen kan u nu toepassen! Ook op onvruchtbare of te sterkgroeiende pruimenbomen kan wortelsnoei gedaan worden, maar hier kan meer wortelopslag ontstaan. Bij te hard groeiende vijgenstruiken die weinig vruchten geven kan ook wortelsnoei gedaan worden.
Wortelsnoei geeft een goede(gewenste) groeiverzwakking. De bloemknopvorming verbetert en de snoei wordt gemakkelijker. Het beste tijdstip om wortelsnoei te doen is in het voorjaar (einde februari - maart). Een nadeel van wortelsnoei zijn kleinere vruchten. Ook is water bijgeven is soms nodig. Doe selectief wortelsnoei bij bomen die geen of weinig bloemknoppen hebben. Bij bomen die veel bloemknoppen hebben doet u beter GEEN wortelsnoei!
Wortelsnoei kan met de spade of met een snoeizaag gedaan worden. Als er weinig bloemknoppen aanwezig zijn kan wortelsnoeien best in maart gebeuren langs één boomzijde op ca 40 cm afstand van de stam.
Bent u van plan later bomen of struiken te verplanten? Doe dan ook tijdig wortelsnoei!
Lees verder over wortelsnoei.

Controleer ook of de entplaats (knobbel onderaan de stam) nog voldoende boven de grond zit. Indien de entplaats onder de grond zit, dan gaat deze ook wortelen en een enorme (meestal ongewenste) groeiversterking geven. Wortels die op de entplaats voorkomen kunnen best zo spoedig mogelijk verwijderd worden. Laat dan een kleine kuil rond de entplaats zodat opnieuw doorwortelen voorkomen wordt.
Meer lezen over nazorgen bij het planten.

maandag 23 februari 2009

Krulziekte-infectie op perzik- en nectarinebomen!




De meeste rassen van perzik en nectarine zijn vatbaar voor de krulziekte (Taphrina deformans).

Vanaf 8-10°C is er infectiegevaar voor de krulziekteschimmel op uw perzik- en nectarinebomen (= Periode half februari - eind februari). De krulziekteschimmel wordt dan opnieuw actief. Preventieve behandelingen zijn NU nodig!

Hang buiten een minimum- en maximumthermometer en controleer dagelijks de temperatuur. Ook kan je de twijgen van uw perzik- en nectarineboom controleren of de knoppen groter worden en de bloemkleur zichtbaar wordt.

Deze schimmelziekte overwintert in de knoppen en bij het zwellen (uitlopen) van de knoppen, in het vroege voorjaar (februari), worden de ontluikende perzikbladeren geïnfecteerd.
De perzikbladeren zijn later opgezwollen, misvormd en verkleuren geelgroen tot rood. Later volgt er bladval en stopt de groei. Zwaar aangetaste perzik- en nectarinebomen verzwakken, krijgen gomziekte en kunnen na 3 - 4 jaar afsterven. Ook amandelbomen kunnen soms aangetast worden.

In het algemeen zijn de oranjevlezige perzikrassen meer vatbaar voor deze schimmel. De witvlezige en roodvlezige perzikrassen worden meestal minder aangetast en bij aantasting herstellen ze zich sneller.

Ook in ons klimaat (Vlaanderen en Nederland) is perzikteelt en het plukken van perziken mogelijk! Kies wel een zonnige, warme standplaats uit.
Meer lezen over minder vatbare perzikrassen en het planten ervan.

Preventieve bespuitingen met schimmelwerende middelen bij de bladval én bij zwellende knoppen (midden/eind februari) geven meestal een goed resultaat. Ook plantversterkende middelen (heermoesgier) en goede buurplanten zouden een goed resultaat geven tegen de krulziekte.

Het is NU de periode om enkele preventieve behandelingen toe te passen. Vraag in een goed tuincentrum/ tuinwinkel naar de meest geschikte schimmelwerende producten (fungiciden) voor deze behandeling.
De producten die toegestaan zijn om te gebruiken zijn dikwijls verschillend in Nederland t.o.v. België. Daarom worden hier geen productnamen vernoemd.
Meer lezen over het behandelen van krulziekte op perzik en nectarine.

Het is niet altijd eenvoudig om ziekten en plagen op cultuurplanten te determineren.
Een overzicht van nuttige weblinks plantenziekten en plagen: diagnose, voorkoming en biologische bestrijding bij fruit, groenten en sierplanten.

zondag 22 februari 2009

Perenbomen snoeien is niet altijd eenvoudig!


Perenbomen zijn meestal pas laat vruchtbaar in vergelijking met andere fruitsoorten. Afhankelijk van het perenras is er ook nog een groot verschil in vruchtbaarheid.
Laat productief en dus ook moeilijker te snoeien zijn o.a. 'Doyenné du Comice' en 'Beurré Hardy'. Als bestuiver zijn beide rassen ook minder aan te raden.
Vroeg productief en ook gemakkelijker te snoeien en te vormen zijn o.a. 'Bonne Louise d'Avranches' (zie foto), 'Conference', 'Concorde', 'Durondeau', 'Belle de Jumet', 'Supertrévoux' en 'Comtesse de Paris'.
Bomen op de onderstam 'Kwee C' en 'Kwee Adams' geven sneller vruchten.
Lees meer over onderstammen voor fruitbomen.
Men dient de snoei aan te passen aan het ras.
Steilgroeiende takken bovenin de boom kunnen best eerst verwijderd worden. Concurrenten worden ook verwijderd.
Hebt u weinig ervaring met perenbomen te snoeien? Wacht dan tot maart om uw bomen te snoeien. De bloemknoppen zijn dan beter zichtbaar en eventuele snoeifouten geven minder problemen.
Bij een goed gesnoeide boom staat het vruchthout kort bij de gesteltakken en kan het zonlicht alle takken bereiken. Meestal streeft men een piramidale boomvorm na.
Een goed gesnoeide, luchtige boom is minder vatbaar voor schimmelziekten en heeft een langere levensduur.
Meer lezen over de snoei van perenbomen.
Gemakkelijk te bewaren perenrassen zijn o.a. 'Comtesse de Paris' en 'Josephine de Malines'.
Meer lezen over de snoei van het perenras 'Josephine de Malines'

zaterdag 21 februari 2009

Taybessen eenvoudig verzorgen en planten


De taybes/ tayberry is een bijzonder productieve, bladverliezende, kleinfruitsoort die bijzonder geschikt is als leiplant in fruit- en siertuinen.
De witroze bloemen verschijnen in mei-juni en zijn niet gevoelig voor de lentenachtvorst.
De gewone taybes is licht gestekeld en bijzonder productief. Er bestaat ook een stekelloze mutant, die iets minder productief zou zijn.
Mits een goede standplaats kan de plant in de vroege zomer bloeien en enkele maanden later reeds eetbare vruchten geven. De bijzonder smakelijke, zoetzure vruchten welke we rond half juli aantreffen, zijn meestal niet te bekomen in de gewone fruitwinkels. Tayberry/taybessen hebben dieprode, grote en zeer lekkere vruchten die gelijken op reuzeframbozen.

Taybessen zijn gemakkelijk te telen in de volle zon of half schaduw met een groeihoogte van ca 150 (200) cm. (Zie afbeelding van aangebonden scheuten bij "fruithagen")
De pluktijd is juli-augustus, en te snoeien na de oogst of in maart. 'Tayberry' is gemakkelijk te vermeerderen met topafleggers in augustus-september.

Meer lezen over het planten en verzorgen van taybessen.

vrijdag 20 februari 2009

Fruithagen geven snel veel vruchten/ bessen!


Fruithagen geven een snel en hoog rendement!
Niet alle fruitsoorten zijn bruikbaar voor fruithagen. Rode trosbessen, witte trosbessen en kruisbessen zijn het meest aanbevolen omwille van hun snelle productie. Ook druiven, frambozen, braambessen en taybessen zijn bruikbaar. Voor hoog en breed groeiende hagen zijn hazelaars en witte moerbeien het beste geschikt.
Plant vooral gemakkelijke, productieve en gezond-blijvende fruitsoorten op de juiste afstand.
Houtig kleinfruit zoals trosbessen, kruisbessen en frambozen kunnen op de kleinste afstand uitgeplant worden.
Leivormen van appel, peer en pruim worden meestal op een grotere plantafstand uitgeplant.
De meeste fruitsoorten hebben in het voorjaar een opvallende, kleurrijke bloesem en later wordt u beloond met aantrekkelijk, lekker en vitaminerijk fruit.
Meer lezen over fruithagen.

donderdag 19 februari 2009

Bestuiving bij appelbomen is belangrijk!


Appelbomen hebben kruisbestuiving nodig als je vruchten wil!
Men moet dan minstens 2 appelrassen planten en beide rassen moeten een goede stuifmeelkwaliteit hebben.
Ingeval er een ras slecht stuifmeel heeft, dan moet men een 3de ras (met goed stuifstuifmeel) bij planten.
Een goede bestuiver moet veel stuifmeel leveren (jaarlijks) en moet gelijktijdig met het andere ras bloeien.
Vroegbloeiende rassen kunnen geen laatbloeiende rassen bestuiven. Het omgekeerde is ook niet mogelijk.
Warm en droog weer zijn ideaal voor een goede bestuiving.
Laat bloeiende rassen zijn meestal minder onderhevig aan lentenachtvorst. Laatbloeiende appelrassen zijn o.a. 'Court-Pendu' en 'Sterappel'.
Meer lezen over de bestuiving bij appelbomen.

woensdag 18 februari 2009

Kruisbestuiving bij kersen is belangrijk!


Kruisbestuiving is belangrijk bij zoete kersen als je wil plukken!
Planttips voor het planten van zoete kersenbomen (Prunus avium). Plant geen kersenbomen op natte of laaggelegen grond. Door de vroege bloei is schade door lentenachtvorst mogelijk.
Kersenbomen geven geen vruchten door een slechte bestuiving, een slechte standplaats of door een te sterke groei.
Kersenbomen op zwakgroeiende onderstammen zijn ook geschikt voor nauwe beplantingen en fruithagen.
Kersen worden rijp geplukt en moeten tijdig beschermd worden tegen vogelvraat. De meeste oude kersenrassen barsten gemakkelijk.
De meeste kersenrassen hebben kruisbestuiving nodig. Neem als bestuiver een ander ras dat in dezelfde periode bloeit. Soms wordt er aangeraden twee bestuivers te planten. Plant dan drie verschillende kersenrassen.
Meer lezen over kersenbestuiving.
Meer lezen over zwakgroeiende kersenonderstammen.

dinsdag 17 februari 2009

Peren- en appelbomen kort bij elkaar planten


Perenbomen en appelbomen op een kleinere plantafstand vragen minder snoeiwerk!
Perenbomen worden meestal op een ruime afstand van elkaar geplant. Sommige perenrassen kunnen ook op een korte plantafstand (50 cm) van elkaar geplant worden.
Zorg voor een goede ondersteuning zodat de zwaarbeladen fruitbomen niet omver vallen. Ook sommige productieve appelrassen kunnen op dezelfde korte afstand van elkaar geplant worden.
Er zijn enkele ekologische appelrassen die een kolomvormige dwerggroei kennen: 'Moonlight', 'Red Lane' en 'Sunlight'. Deze kunnen op 60 cm afstand geplant worden, zijn snel in productie en gemakkelijk te snoeien. Daarenboven zijn ze weinig of niet vatbaar voor schurft en meeldauw.

De snoei van intensieve plantsystemen vraagt minder werk en de pluk wordt gemakkelijker.
Plant indien mogelijk verschillende fruitrassen en fruitsoorten door elkaar, zodat schimmels en plagen minder kunnen uitbreiden.
Een goed "raamwerk" (= steunpalen en horizontale draden) is ook bruikbaar voor andere fruitsoorten zoals appelbomen, kersen op zwakke onderstammen, tafeldruiven en pruimen.
Meer lezen over fruitbomen op korte afstand.

maandag 16 februari 2009

Zelfbestuivende mirabelpruimen geven snel vruchten!


Mirabelpruimen zijn zelfbestuivend en hebben dus geen kruisbestuiving nodig!
Mirabelpruimen (Prunus domestica insititia 'Nancy Mirabel') zijn gemakkelijke en gezonde bomen voor de fruittuin.
Door de talrijke witte bloemen in april-mei is deze steenfruitsoort ook geschikt voor de siertuin.
Mirabellen zijn zelfbestuivend en hebben geen kruisbestuiving nodig. Zonder een extra bestuiver geven ze ook veel vruchten.
Mirabelpruimen groeien ook op slechtere gronden, mits deze niet te nat zijn.
Vruchtdunning mag, maar is meestal niet noodzakelijk. Mirabel- of kroosjespruimen zijn meestal rijp in augustus, maar er bestaan ook vroegere en later rijpende mutanten of hybriden.

Mirabelvruchten zijn kleiner, ronder en zoeter dan de gewone (Europese) pruimen. De meest aanbevolen mirabelrassen zijn 'Bellamira', 'Nancy-Mirabel' , 'Mirakose' en 'Miragrande'. De laatste twee vernoemde rassen zijn dikker dan de andere rassen.
Meer lezen over de teelt van mirabelpruimen.
Snoeien is meestal niet nodig. Enkel te laag hangende en te steil groeiende takken kunnen na de oogst verwijderd worden.
Afhankelijk van de verzorging en de standplaats kunnen de bomen ca 25 jaar oud worden.
Meer lezen over de snoei van mirabelpruimen.

zondag 15 februari 2009

Zelfbestuivende kwetspruimen geven snel vruchten!


Kwetspruimen zijn zelfbestuivend en vroeg productief!
Zelfbestuivende pruimenbomen (kwetspruimen) hebben geen extra bestuiver nodig! Het zijn ook goede bestuivers voor andere pruimenrassen.

Bloei: talrijke witte bloemen in april
Standplaats: halfschaduw of zon; matig vochtige of droge grond; volle grond
Vruchten: naargelang het ras donkerblauwe ofwel gele, eiervormige zeer zoete pruimen in september; matig groot
Plantkenmerken: Gezond groeiende, zelfbestuivende boom. De groeihoogte is ongeveer 3 meter. Jonge bomen geven snel vruchten. Vruchtdunning is wel nodig.
Geschikt als laagstam- of halfstamboom.
Geelvruchtige pruimenbomen ('Sainte Cathérine') en blauwvruchtige pruimenbomen ('Altessse Simple'-typen).
Meer lezen over kwetspruimen.
Meer lezen over de snoei en het uitbuigen van pruimen.

zaterdag 14 februari 2009

Krulziektetolerante perzikbomen planten.




Perzikbomen planten? Kies ziektetolerante perzikrassen want de krulziekteschimmel is een groot probleem!.
Witvlezige rassen zoals 'Reine de Vergers' zijn meestal minder vatbaar voor de krulziekte. Van de roodvlezige rassen zijn 'Roter Weinbergspfirsich' en 'Red Haven' wat minder vatbaar. 'Revita' en 'Benedicte' zijn opvallend weinig vatbaar voor de krulziekte en geven de dikste & mooiste vruchten.
Plant bij voorkeur in november-december voor een optimale groei. Planten is ook nog mogelijk in januari, februari en maart. Vroeg planten geeft steeds een betere hergroei!
De grond voor perzik- en nectarinebomen moet goed doorlatend en warm zijn.
De meeste perzikrassen zijn zelfbestuivend, maar een goede kruisbestuiving geeft meer en dikkere vruchten.
Luchtig gesnoeide perzikbomen zijn minder vatbaar voor krulziekte en hergroeien beter (Prunus persica). De beste snoeitijd is vanaf einde april tot augustus, bij droog weer.
Meer lezen over krulziektetolerante perzikrassen.
Meer lezen over de krulziekte bij perzik en nectarine.

vrijdag 13 februari 2009

Worcesterberry (Worcesterbes), een gezonde kruisbes!



Ribes divaricatum of worcesterbes is heel geschikt als leivorm en kan op verschillende manieren vermeerderd worden. De kleine zwartrode bessen zijn erg aromatisch als je ze vers kan afplukken.
Deze stekelige kleinfruitsoort is opvallend weinig vatbaar voor ziekten.
Het is een hoog opgroeiend kruisbessenplant (ca 2 m) en daarom best als boompje op te kweken aan een paal. De plantafstand is ca 1,25 m.
Bloei: witgroene, onopvallende bloemen in april
Standplaats: half schaduw of zon; matig vochtige of droge grond (volle grond)
Vruchten: talrijke bruinzwarte, kruisbessen (stekelbessen) rond half juli
Plantkenmerken: Bijzonder gezonde struik met een groeihoogte van ongeveer 2 m. Geschikt als struik of als boompje. Niet vatbaar voor Amerikaanse kruisbessenmeeldauw!
Meer lezen over de teelt van worcesterbessen.

donderdag 12 februari 2009

Amandelbomen bloeien zeer mooi!



Het is een zeer opvallende en mooie winter- of voorjaarsbloeier voor begin maart. (In voorjaar 2009 is het groeiseizoen 30 tot 50 dagen later dan normaal. Nog even afwachten wanneer de amandelbomen dit jaar zullen bloeien....)
De amandel 'Robijn' is een gezond groeiende amandelboom, die weinig vatbaar is voor de krulziekte.
Bloei: roze bloemen in maart
Standplaats: zonnige, tamelijk droge, doorlatende en beschutte standplaats. Voorkeur voor neutrale tot licht alkalische grond.
Vruchten: eetbare amandelnoten in september
Boomkenmerken: Gezonde boom met een groeihoogte van ongeveer 3 m. Geschikt voor laagstam en halfstam. Weinig vatbaar voor de krulziekte.
Eet twee of drie amandelnoten per dag als preventie tegen sommige soorten van kanker en om een mooie, soepele huid te behouden.
Bij het planten in februari wordt soms aangeraden de lange twijgen op 1/3 snoeien. Hierdoor zou de hergroei beter verlopen.
Meer lezen over amandelbomen.

woensdag 11 februari 2009

Blauwe bessen snoeien geeft grotere bessen!





Blauwe bessenstruiken snoeien geeft grotere bessen en een vroegere (kortere) oogst!
Oudere planten van blauwe bessen worden in februari-maart gesnoeid.
Door te snoeien blijven de blauwe bosbessenstruiken groeikrachtig, gezond en ze geven dikkere bessen.
Verwijder te laag hangende takken en twijgen. Zorg voor een goede lichtdoordringing in de blauwbessenstruik. Dunne vruchttwijgjes worden op ca 10 cm ingekort. Vervang een oude, dikke tak door een jonge grondscheut of door een lager staande zijtak. Hierboven laat men een kleine stomp van 2-3 cm, anders geneest de snoeiwonde slecht en kan de zijtak ook afsterven.
Vruchthouttakjes afwisselend op enkele bloemknoppen snoeien en op bladknoppen (basisknoppen). Een stevige zijtwijg mag meer bloemknoppen dragen dan een zwakke zijtwijg. Hierdoor bekom je dikke bessen en toch een goed evenwicht tussen groei en productie.

Gebruik zomersnoei bij sterke blauwbessengroeiers om meer kort vruchthout te bekomen: jonge, sterk groeiende scheuten op 4 bladeren innijpen (insnoeien) in de maanden mei, juni en juli.
Meer lezen over de wintersnoei van blauwe bessen.

dinsdag 10 februari 2009

Planttips voor blauwe bessen, koningin der bessen.


Planttips voor blauwe bessen voor een optimale groei te bekomen.
Blauwe bessen (Vaccinium corymbosum) zijn zuurminnende planten en groeien best op zure, luchtige en vochthoudende grond.

Maak de plantput extra groot en doe onderaan een emmer grove turf of een mengsel van 1/2 compost en 1/2 fijn hakselhout. Zet er de blauwbessenstruik met de kluit in en vul aan met de grove turf ofwel het mengsel compost en hakselhout. Gebruik geen gewone potgrond, die bevat teveel kalk!

Dek de grondoppervlakte af met ca 7,5 cm hakselhout en geef regelmatig water bij droogte.
De optimale plantafstand van Vaccinium corymbosum in de rij is 1,25 - 1,50 m, tussen de rijen ca 2 m.

Sommige rassen vragen kruisbestuiving om meer bessen te geven.
Gebruik bij voorkeur meerjarige grote planten, want bij kleine planten kan het enkele jaren duren voor ze bessen geven.
Meer lezen over planttips voor blauwe bessen.

maandag 9 februari 2009

Groente & Fruit Encyclopedie terug beschikbaar! (3de druk)


De "Groente & Fruit Encyclopedie" (3de druk, 2009 - Kosmos Uitgevers) is terug beschikbaar!

Afgelopen zomer 2008 werden de laatste exemplaren van de Groente & Fruit Encyclopedie (2de druk) verkocht.
Deze unieke tuin-encyclopedie is uitgegroeid tot een standaardwerk voor de eetbare groente- en fruittuin.

Een opvallende nieuwigheid is de "Teeltplanner", waarin u een duidelijk overzicht krijgt van wat u kunt zaaien, planten en oogsten per maand.
Ook nieuw is een overzichtelijke tabel met ideale plantafstanden voor fruit en een extra hoofdstuk over de kiwibes (Actinidia arguta).

Via de websites Groenteninfo en Houtwal-fruit ABC wordt er een online-support gegeven. Lezers kunnen er terecht voor bijkomende info, vragen, opmerkingen en contacten met andere tuinliefhebbers.

Meer lezen over het boek bij fruit ABC
.

zondag 8 februari 2009

Wetenschappelijke plantennamen vertalen of opzoeken in een plantendatabase.


Vele plantennamen hebben een Griekse (GR.) of Latijnse (Lat.) oorsprong, maar soms zijn ze afkomstig uit nog een andere taal.
Wetenschappelijke plantennamen kun je vaak vertalen naar het Nederlands.
Raadpleeg de gerubriceerde plantennamen met vertalingen (Latijn, Nederlands, Engels). De volgende plantengroepen kan je hier vinden: fruitgewassen, groenten & kruiden, kruidachtige & houtachtige siergewassen, akkerbouwteelten, wilde planten en onkruiden.
Meer lezen over het vertalen van plantennamen.

Wetenschappelijke plantennamen hebben vaak ook een etymologische betekenis. Ze geven vaak een eigenschap, herkomst of verwantschap weer. Soms zijn plantennamen afgeleid van een belangrijke persoon. Ken je de betekenis of oorsprong van een plantennaam, dan is het gemakkelijker die plantennaam te onthouden.
Meer lezen over de betekenis van geslachtsnamen.
Meer lezen over de betekenis van soortnamen.
Liever een boekje om die betekenis van plantennamen op te zoeken? Raadpleeg dan "ABC van het plantenlatijn. Betekenis van botanische plantennamen."
Een plantendatabase of plantendatabank is een speciale database of gegevensbank. Het is een digitaal opgeslagen archief met veel plantennamen en informatie, ingericht met het oog op een flexibele raadpleging en gebruik.
Meer lezen over online te raadplegen plantendatabases.
Nog meer interesse over het gebruik van plantennamen? Raadpleeg dan de nomenclatuurweblinks.
Veel opzoekingsplezier gewenst!

zaterdag 7 februari 2009

Hazelaars planten in grotere tuinen.


Hazelaars zijn onderhouds- en milieuvriendelijk. Ze moeten niet regelmatig gesnoeid worden en zijn meestal niet erg vatbaar voor ziekten en plagen.
Hazelaars zijn heel gemakkelijke struiken en passen vooral in grotere tuinen.
Ze zijn bruikbaar als breed en hoog uitgroeiende afsluiting.
Door meerdere hazelnotenrassen aan te planten zal de bestuiving en vruchtzetting verbeteren.
Vanaf september kunnen de nootjes verzameld (opgeraapt) worden.

Hazelnoten kunnen vermeerderd worden door afleggen en door enten op de boomhazelaar die geen wildopslag geeft.
In februari zijn de mannelijke katjes opvallend zichtbaar. Mits even zoeken kunnen ook de (rode) vrouwelijke bloemen ontdekt worden.
Meer lezen over het planten van struikhazelaar.

vrijdag 6 februari 2009

Rode- en witte trosbessen als fruithaag geven snel vruchten!


Rode- en witte trosbessen of aalbessen (Sint-Jansbessen) kan men telen aan struik en als rechte fruithaag.
Een rechte kleinfruithaag is makkelijker te snoeien en compacter te houden.
Zijhout lager dan 20 cm zal men verwijderen. Lange zijtwijgen zijn meestal ongeschikt als vruchthout en zal men ook wegsnoeien.
Het snoeien van trosbessen kan gebeuren vanaf januari tot april. Een vroege snoei (januari) geeft een oogstvervroeging.
Meer lezen over trosbessen in fruithagen.

donderdag 5 februari 2009

Ziektetolerante kruisbessen (stekelbessen) snoeien


Planttips, rassenkeuze, snoei en teeltsystemen van kruisbes/ stekelbes.
Er bestaan verschillende kruisbessenrassen die weinig of niet gevoelig zijn aan de gevreesde meeldauwschimmel.
Kruisbessen kunnen geteeld worden als struik, als rechte haag en als stamboompje. De hoogste productie en gemakkelijkste snoei is de teelt als rechte haag aan draden.
De grootste bessen komen aan lange eenjarige twijgen die rechtstreeks op de harttak (middentak) staan. Korte en samengestelde takken worden daarom verwijderd bij de snoei.

Een goede snoei geeft grotere bessen die gemakkelijker te oogsten zijn.
Meer lezen over planttips van meeldauwvrije kruisbessen.
Niet alle fruitsoorten mogen nu gesnoeid worden.
Lees meer over welke fruitbomen en fruitstruiken in februari mogen gesnoeid worden.

woensdag 4 februari 2009

Pruimen beschermen tegen sommige kankers!


Blauwe en rode pruimen zijn het nieuwe superfruit! Ze bevatten veel antioxidanten!
Een aantal onderzoekers ontdekten dat pruimen meer antioxidanten bevatten dan de supergezonde blauwe bessen. Een pruim bevat evenveel van deze stoffen die beschermen tegen kanker, dan een handvol blauwe bessen. Hiermee is de pruim het nieuwe superfruit. Men is blij met de resultaten aangezien pruimen ook goedkoop zijn, en dus voor iedereen beschikbaar. Vooral de vruchtschil bevat veel gezonde stoffen.
Bron: www.hln.be (02/02/2009)
Meer lezen over diverse pruimenrassen, rijptijd en bestuiving.

dinsdag 3 februari 2009

Plakenten van onderstammen


Enten of griffelen is een methode van vermenigvuldigen, waarbij een tak van een plant wordt verenigd met de wortels van een andere plant.
Voor beginners is de gewone plakgriffel het gemakkelijkste aan te leren.
Winterentingen worden meestal in de maanden januari, februari en maart op losse onderstammen toegepast die nadien ingekuild of geplant worden. Ook tijdig opgepotte onderstammen van kiwi's, druiven, noten, appel en peer kunnen zodra ze goed in groei zijn geënt worden met enthout in rust. Opgepotte planten worden in december of januari in een licht verwarmde ruimte gebracht om in groei te trekken. Zodra ze goed groeien (= veel bladeren hebben) kunnen ze geënt worden d.m.v. de plakgriffel of copulatie. Vanaf half mei kunnen binnen veredelde onderstammen in openlucht geplant worden.
Meer lezen over het plakenten van onderstammen.
Meer lezen over andere entmethoden, voorbereiding en nazorgen bij het enten.
Twee keer per maand fruitnieuwtjes ivm praktische werkzaamheden ontvangen? Schrijf je hier in voor de Fruit-ABC nieuwsbrief.

maandag 2 februari 2009

Snoeien van rode- en witte trosbessen (aalbessen)


Rode- en witte trosbessen of aalbessen kan men telen aan struik en als rechte fruithaag. Een rechte kleinfruithaag is makkelijker te snoeien en compacter te houden dan struiken. Zijhout lager dan 20 cm zal men volledig verwijderen. Lange zijtwijgen (+ 25 cm) zijn meestal ongeschikt als vruchthout. Kort vruchthout van 2 tot 20 cm is het meeste productief. Het snoeien van trosbessen kan gebeuren vanaf januari tot april. Een vroege snoei (januari) geeft een oogstvervroeging. Een late snoei (februari en maart) laat de snoeiwonden beter genezen en kan vervelende schimmelaantastingen voorkomen.
Meer lezen over de snoei en teelt van trosbessen.

zondag 1 februari 2009

Veilig werken bij de snoei van fruitbomen en fruitstruiken


Werk op een veilige manier bij de snoei van fruitbomen en fruitstruiken om lichamelijke klachten te voorkomen!
Gebruik scherp snoeimateriaal en werk rustig.
Ga niet met extra veel kracht knippen of zagen. Gebruik voor dikke takken een takkenschaar en een scherpe snoeizaag.
Hou uw vrije hand tijdens het snoeien uit de weg
Voorkom overbelasting (RSI) door te lang dezelfde werkzaamheden uit te voeren.
Met snoeigereedschap mag u niet in de verkeerde richting wringen. Hierdoor ontstaat immers speling en kan het mes breken!
Gebruik op een ladder een snoeigordel en zorg dat de ladder stabiel staat.
Heeft u zieke struiken of bomen gesnoeid, reinig dan het gereedschap met een ontsmettingsmiddel of verdund bleekwater om ziektekiemen te verwijderen.
Doe uw gereedschap toe na gebruik en berg uw snoeigereedschap na gebruik veilig op. Bescherm de gevaarlijke delen tijdens het transport.
Meer lezen over veilig snoeien.
Niet alle fruitsoorten mogen in februari gesnoeid worden.
Meer lezen over welke fruitsoorten (fruitbomen, fruitstruiken) er in februari mogen gesnoeid worden. (Snoeikalender fruitsoorten)